Op zaterdag 9 november werd in Westoria (Diksmuide) de
tentoonstelling 'Mijn soldatenleven 1914-18' van de Western
Front Association - België onder massale belangstelling
geopend.
Oudere mensen spreken nog altijd van de 'Grote Oorlog'.
Het was immers een oorlog zoals men die nog nooit had meegemaakt,
de hele wereld werd erbij betrokken. In het kleine België
zag men Duitsers en Fransen, maar ook Engelsen, Schotten
en Ieren, later ook Canadezen en Australiërs, Zuid-Afrikanen,
Nieuw-Zeelanders en Amerikanen, zelfs Algerijnen en Chinezen
... Duizenden jonge mensen werden meegesleurd. In het begin
leek alles één groot avontuur, even ontsnappen
aan het harde werk in de fabriek, op de boerderij of op
kantoor. De oorlog zou toch niet lang duren en met Kerstmis
zou iedereen weer thuis zijn.
Er is heel wat geschreven over die oorlog: regimentsgeschiedenissen,
boeken over veldslagen en generaals.
Gelukkig zijn er talrijke dagboeken en getuigenissen bewaard,
zodat we ook het dagdagelijkse leven van de soldaat leren
kennen. De oorlogservaringen van een Franse 'poilu', een
Belgische 'piot' of een Duitse 'Fritz Kraut' zijn gelijkaardig.
De vriendschap tussen de mannen die hetzelfde wel en wee
deelden, was voor velen zeer belangrijk. Hoe kon men anders
een bestaan in de modder, de kou, de vuiligheid blijven
verdragen? Elke dag loerde gevaar: gas, een inslaande granaat,
sluipschutters, ... Ratten en luizen vormden een dagelijks
ongemak en verspreidden ziektes.
Sommigen hadden een fototoestel bij zich. Talrijke kiekjes,
soms wat wazig, tonen ons soldaten in hun kleine bezigheden
(scheren, eten, spelen, slapen, ...) Samen met dikwijls
door familieleden gekoesterde en bewaarde voorwerpen, tonen
ze een periode van vernieling, pijn en verdriet, maar ook
van heldhaftigheid, hechte vriendschap en hoop.
Meer info over de tentoonstelling vindt U onder de rubriek
"Evenementen".