Op vrijdag 30 april 2004 werden op twee CWGC begraafplaatsen
in de Ieperse Salients toffelijke resten bijgezet die de
voorbije maanden gevonden waren.
Op Cement
House Cemetery (Langemark) werden in een korte plechtigheid,
geleid door Rev. Jones (St.
George Memorial Church, Ieper) en bijgewoond door een
aantal Vlaamse en Britse bezoekers, resten herbegraven van
vier soldaten die door de Diggers aangetroffen werden bij
opgravingen in Boezinge (industrieterrein). Op Track
X Cemetery (St. Jan) werden resten begraven van twee
soldaten, door professionele archeologen aangetroffen bij
prospectie nabij de A19.
On Friday 30 April 2004 remains were reburied on two CWGC
cemeteries in the Ypres Salient. They had been found during
excavations in the past months. At Cement
House Cemetery (Langemark), during a short ceremony,
conducted by Rev. Jones (St.
George Memorial Church, Ypres) and attended by a number
of British and Flemish visitors, four soldiers were reburied
who had been found by the Diggers in Boezinge (industrial
estate).
At Track
X Cemetery (St. Jan) remains were reburied of two soldiers
that had been found by professional archaeologists during
prospection near the A19 motorway.
De Boezingse resten waren die van vier soldaten, ongeïdentificeerd,
van : de Rifle Brigade (2), de Somerset Light Infantry (1),
en van een niet geïdentificeerd regiment. De resten
opgegraven nabij de A19 waren van een soldaat van een ongeïdentificeerd
regiment, en van een Northumberland Fusilier, zeer waarschijnlijk
gesneuveld op 24 mei 1915 nabij Mouse
Trap Farm (Battle of Bellewaarde)
The remains found at Boezinge were of four men, unidentified,
of the Rifle Brigade (2), the Somerset Light Infantry (1),
and of a non-identified regiment. The remains found near
the A19 were of a non-identified regiment, and of a Northumberland
Fusilier, probably fallen on 24 May 1915, near Mouse
Trap Farm (in the Battle of Bellewaarde).
Cement House Cemetery
Track X Cemetery
Dank aan Jacky Platteeuw en Aurel Sercu voor de foto's
en tekst. / Thanks to Jacky Platteeuw and Aurel Sercu for
the photographs and the information.