Hieronder een aantal foto's van het project "1.000
klaprozen" op vrijdag 11 november 2005 aan de Menenpoort
te Ieper.
Anita Huybens, keramiste uit Linden (bij Leuven) diende
bij het vredesfonds van de stad Ieper een project in om
tegen 11 november 1000 klaprozen in gebakken klei te maken.
Op 10 november zullen in de nabijheid van de Menenpoort
1000 klaprozen op de Vestingen worden geplaatst. De band
tussen Ieper, klaprozen en wereldoorlog I zal niemand verbazen.
Maar het project krijgt een extra dimensie omdat de klaprozen
niet enkel opgesteld worden, maar tevens verkocht worden
ten voordele van de organisatie Apopo. Apopo
is een liefdadigheidsinstelling die de grote Afrikaanse
hamsterrat traint om landmijnen op te sporen. De persoonlijke
confrontatie met amputatie heeft de kunstenares aangezet
om zich via dit kunstproject in te zetten om anderen te
behoeden voor amputaties. Dit project is eigenlijk evenzeer
een gemeenschapsproject. Ongeveer 100 mensen hebben zich
ingespannen om dit initiatief mee te helpen realiseren.
Concreet: Het klaprozenveld werd opgesteld op 10 november
in de onmiddellijke omgeving van de Menenpoort in Ieper
en was op 11 november te bewonderen. De klaprozen werden
op 11 november van 9u00 tot 17u00 verkocht. Kostprijs: €
50 het stuk.
Please find below a few photographs of the project "1.000
poppies", a project of Anita Huybens for a good cause
: Apopo.
The poem "In Flanders Fields" of John
McCrae.
In Flanders Fields
In Flanders Fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders Fields
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders Fields
Au Champ d'Honneur
Au champ d'honneur, les coquelicots
Sont parsemés de lot en lot
Auprès des croix; et dans l'espace
Les alouettes devenues lasses
Mêlent leurs chants au sifflement
Des obusiers.
Nous sommes morts,
Nous qui songions la veille encor'
A nos parents, à nos amis,
C'est nous qui reposons ici,
Au champ d'honneur
A vous jeunes désabusés,
A vous de porter l'oriflamme
Et de garder au fond de l'âme
Le goût de vivre en liberté.
Acceptez le défi, sinon
Les coquelicots se faneront
Au champ d'honneur
Traduction en français door Major Jean Pariseau
In Flanders Fields
Geen Vlaamse klaproos of ze bloeit
wel naast een kruis dat een verknoeid
bestaan markeert; en in de lucht
geen leeuwerik of zijn gerucht
verijlt wanneer een vuurmond loeit.
En wij zijn dood. Geen zon die gloeit,
geen lief dat onze zinnen boeit;
wij slaakten onze laatste zucht
in Vlaanderen.
De vijand die gij zo verfoeit:
hij worde door het vuur verschroeid
dat in u brandt. Maar als gij vlucht
maakt gij van ons een kille klucht
des doods, hoewel de klaproos groeit
in Vlaanderen.
Nederlandse vertaling door Benno Barnard