Op dinsdag 6 juni 2006 hielden de Vrienden
van het In Flanders Fields Museum een Remembrance te
Zillebeke. Deze herdenkingen hebben tot doel elk jaar enkele
gesneuvelden te huldigen op de datum van hun overlijden.
Zo willen ze de vele anonieme namen op de gedenkstenen een
"gezicht". Men luistert naar het persoonlijke
verhaal en betuigt zijn respect door een kransnederlegging
en het spelen van de Last Post.
The aim of these remembrances is to mark our respect
to some of the fatal casualties on the date of their death.
Therefore the numerous anonymous names on the headstones
are personalised. We listen to his (or her) personal history
and pay our respect by laying a wreath and playing the Last
Post.
Dinsdag 6 juni om 19.00 u.:
Samuel Boyd
Private No. 14110 2nd Bn Royal Scots
+ 15 september 1915
Diende als S. Robinso (de naam van zijn moeder) / Served
as S. Robinso (his mother's name)
Sanctuary
Wood Cemetery, Zillebeke
Enkele algemene foto's van de begraafplaats.
Het graf van Gilbert
Talbot.
Toelichting bij het leven van Samuel Boyd door Piet Chielens.
Zeer weinig is bekend over Samuel (Sam) Boyd. Hij is een
van de vele 'vergeten' lerse slachtoffers van de Eerste
Wereldoorlog. Hij komt uit een gezin van vier broers uit
het graafschap Londonderry (Noord-lerland). Hij nam dienst
onder de naam van zijn moeder Robinson, in het Royal Scots
Regiment in Edinburgh, waar hij toen werkte. Waarom hij
diende onder een schuilnaam is niet bekend. Op 7 december
1914 vertrok hij naar het front.
Hij werd ingedeeld bij het 2de bataljon, een eenheid van
beroepssoldaten die gaandeweg werd aangevuld met nieuwe
rekruten. Het 2de bataljon was ingedeeld bij de 8ste infanteriebrigade
in de 3de Divisie. Vanaf december 1914 diende de 3de Divisie
in Vlaanderen. Eerst in de sector voor Wijtschate, daarna
bij Sint-Elooi, Hoge en Sanctuary Wood.
Op 25 september 191 5 kreeg de 3de divisie, tussen Hoge
en Sanctuary Wood, de opdracht om samen de 14de divisie,
op de Bellewaarde Ridge, een aanval uit te voeren die moest
dienen als een afleidingsmanoeuvre voor de Slag bij Loos,
waar de Britten die dag een grote aanval en doorbraak planden.
De bedoeling van de aanval was om te beletten dat de Duitsers
reserves van bij leper zouden kunnen wegtrekken om te gaan
helpen bij Loos. Het plan mislukte jammerlijk.
Na een ontploffing van drie Britse dieptemijnen rond 4
uur 's morgens, in het hoog gelegen Zuidoosten van het bos,
werd dit gebied ingenomen door het 2e bataljon Royal Scots
en het 1e bataljon Royal Scots Fusiliers. De hele Duitse
bezetting, zo'n 182 manschappen, was er door de ontptoffingen
van de kaart geveegd. In het Noorden van het bos wist het
4e bataljon Gordon Highlanders de strategische 'Höhe
55' of 'Abraham Heights' te veroveren.
De drie andere bataljons van de 3e divisie verging het
minder goed, zij raakten niet of slechts amper door het
prikkeldraad in het niemandsland.
Om 8u30 ondernamen de Duitsers van het IR 172 en 132, die
zich aan Stirling Castte hadden gehergroepeerd, een eerste
tegenaanval. Hun doel was het 4e Gordon Highlanders, die
diep waren doorgedrongen, maar op hun flanken niet werden
gedekt. Het bataljon kreeg een hevige artilleriebeschieting
te verwerken en werd langs alle kanten aangevallen. Wie
dit kon haastte zich terug naar de eigen linies, maar 100
doden en 100 krijgsgevangenen bleven achter. Tegen de middag
was nog enkel de Zuldoosthoek van Sanctuary Wood, waar de
Royal Scots waren, nog in Britse handen. Dit gebied werd
na de middag zwaar onder vuur genomen. Tijdens een tegenaanval
van de Duitse infanterie werd het garnizoen Royal Scots
met handgranaten uit de veroverde stellingen gedreven. Tegen
16.30u. waren alle Britse troepen terug in hun eigen loopgraven.
Drie dagen later lieten de Duitsers vanuit de heroverde
derde mijnkrater zelf een diepe mijn ontploffen, waardoor
ze de Britse stellingen verder westwaarts konden drijven
tot aan de rand van Zouave Wood. De hele passage werd zowel
bij Bellewaarde als bij Hoge en het Sanctuaria Wood afgehandeld
door het aanwezige Duitse garnizoen. Geen enkele reserve
werd dus tegengehouden in de saillant.
De kostprijs voor de Britten was wel erg hoog. Er waren
meer dan 3500 verliezen waarvan ruim 1400 doden. De Royal
Scots leden op 25 september 300 verliezen waarvan 89 doden.
51 onder hen worden herdacht op de Menenpoort.
Sam Boyd is een van hen.
Bekijken van luchtfoto's.
En het blazen van de Last Post door de klaroeners van de
Ieperse brandweer.
The Exhortation.
They shall grow not old, as we that are left grow old.
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning.
We will remember them.
Neerlegging van een krans.
's Avonds woonde de familie nog de Last Post bij in Ieper.