Eerste grensoverschrijdende
Open Monumentendag / Open monuments - Kemmel - 10/09/2008 Please
find below some photographs of the official inauguration of the Open Monuments
initiative where monuments in Belgium and France can be visited. The inauguration
took place at Kemmel, on Wednesday, September, 10th, 2008. Hieronder
een aantal foto's van de opening van de grensoverschrijdende open monumentendagen
tussen West-Vlaanderen en Le Nord in Frankrijk. De opening had plaats te Kemmel
op woensdagavond 10 september 2008. Boven op de Kemmelberg staat "De
Engel", het gedenkteken
voor diverse Franse divisies, brigades en regimenten.
Rondom het beeld kon je
een aantal foto's van vroeger bekijken.
Dan gaan we te voet naar
de Ossuaire
waar 5.294 onbekende Franse soldaten begraven liggen.
Rechts herkennen we Guy
Gruwez, erevoorzitter van de Last Post Association, in gesprek met de chauffeur
van de gouverneur. De
gouverneur en de andere gasten lieten lang op zich wachten. Hun busje geraakte
de berg niet op! De genodigden moesten dus noodgedwongen uitstappen en te voet
verder. Gelukkig was onze fotograaf met eigen vervoer gekomen.
Toelichting door de heer
Paul Breyne, gouverneur "Dames en heren, Dit jaar vieren we
in België de 20ste Open Monumentendag. Voor deze gelegenheid kozen alle Gewesten
voor één thema '20ste editie - 20ste eeuw'. Deze 20ste eeuw
is voor ons zeer dichtbij, maar toch onbekender dan gedacht en haar nog recente
erfgoed wordt door ons misschien al teveel functioneel bekeken en nog te weinig
als een 'monument' met een historische, een artistieke en een functionele waarde.
Zondag 14 september wordt dan ook het aangewezen tijdstip om bewust onze 20ste
eeuwse monumenten te beleven. En er is keuze uit een lange lijst van mogelijkheden. Niet
alleen het erfgoed uit lang vervlogen eeuwen behoeft onze zorg en aandacht, ook
dit recente erfgoed heeft er nood aan. En deze feestelijke monumentendag vraagt
dan ook om de versterking van de solidariteit rond erfgoedzorg, met preventieve
monumentenzorg en andermaal met aandacht voor efficiënte restauratie en herbestemming
van het erfgoed. We verwachten dan ook dat het nieuwe erfgoeddecreet, dat binnenkort
bekend wordt, de juiste aanzetten zal geven. De vorige eeuw is op vele gebieden
een bewogen eeuw geweest met vele politieke, maatschappelijke, culturele en technologische
veranderingen. Hiervan zijn de sporen volop in ons erfgoed terug te vinden, gaande
van art nouveau en eclecticisme in het begin van de eeuw, over de zware verwoestingen
van de Eerste Wereldoorlog tot de wederopbouw in het interbellum. De wederopbouw
schiep kansen voor een nieuwe architectuur, voor nieuwe ideeën, en de modernisten
zochten een koppeling tussen functionaliteit, eenvoud en schoonheid, maar de vergroeidheid
met het verleden deed anderen vaak teruggrijpen naar traditionele stijlen. De
Tweede Wereldoorlog betekende opnieuw een breekpunt. In de naoorlogse periode
gaat er meer aandacht naar urbanisatie (aandacht voor volksgezondheid, woonwijken,
stedelijke voorzieningen). Het utilitaire speelt echter een grote rol. Expo '58
wordt een soort staalkaart van wat men artistiek, technologisch en op vele andere
terreinen bereikt had. En een aantal visies op de toekomst werden geprojecteerd
in vreemd aandoende gebouwen en structuren. De ontwikkeling van de industrie had
dan weer zijn eigen wetmatigheden met een eigen architectuur. Toerisme en recreatie
gaven eveneens vorm aan stad en natuur in de voorbije eeuw en de beïnvloedden
zeker de infrastructuur. Dames en heren, Elk gewest dat deelneemt
aan de Open Monumentendag heeft zijn eigen werkwijze. In Vlaanderen is vanaf het
begin gekozen voor een nauwe samenwerking met de basis, de lokale comités
in de gemeenten, waar vrijwilligers een grote inbreng in hebben en dit is een
vrij uniek gegeven. In de loop der jaren is de OMD-werking verder uitgegroeid
tot een nauw samenspel van het coördinatiecentrum van OMD met de lokale comités,
de onderscheiden bestuursniveaus, erfgoedverenigingen en diverse andere partners.
Samen leveren zij de succesformule voor een geslaagd cultureel evenement. Toch
blijven we kritisch en sleutelen elk jaar aan een betere werking. In West-Vlaanderen
nemen dit jaar 50 van de 64 gemeenten deel aan deze feestelijke Open Monumentendag.
Opvallend blijft de toename van de regionale samenwerkingsverbanden die een gemeenschappelijk
programma aanbieden. Hier in de streek plant Co7 voor 14 september twee uitstappen
die perfect passen in het jaarthema nl., de Eerste Wereldoorlog en de wederopbouw.
En hiermee komen we tot het thema van deze openingsplechtigheid, nl. de
'Groote Oorlog' '14-'18'. In West-Vlaanderen meer dan in andere Vlaamse provincies
vind je sporen van de oorlog en van de daaropvolgende wederopbouw. En deze
grensoverschrijdende samenwerking voor Open Monumentendag tussen de provincie
West-Vlaanderen en de Département du Nord focust hierop. Het zal
voor de bezoeker een eerste of hernieuwde kennismaking worden met het oorlogserfgoed
en de wederopbouw in de beide regio's. We zullen ook een zicht krijgen op de wijze
waarop hoe eenieder omgaat met dit specifieke erfgoed. We hopen dat de
bezoekers van OMD en van Vivons notre Patrimoine, dat ondertussen ook 10 jaar
bestaat, de stap over de grens zullen zetten en in de andere regio op verkenning
gaan. Tot slot wil ik iedereen bedanken die aan dit initiatief heeft meegewerkt,
medewerkers van de provinciale diensten, Co7 en de andere betrokken gemeenten
en meer speciaal de gemeente Heuvelland die ons een hartelijk welkom geeft en
voor vele praktische dingen heeft ingestaan. Onze Franse partners bedank ik voor
de vlotte samenwerking en voor hun aanwezigheid hier. Hopelijk wordt dit een succesrijke
driedaagse in september en kan het herhaald worden in de toekomst. Ik dank
u voor uw aandacht."
Behoorlijk wat volk op
deze opening en het was heel mooi weer. We herkennen links Mariette Jacobs van
de dienst cultuur van de provincie.
We herkennen rechts schepen
Frans Lignel van Ieper en Stefaan Decrock, cultuurfunctionaris van de gemeente
Heuvelland.
Burgemeester Bernard Heens en schepen Willy Lepla.
Daarna was het de beurt
aan Martine Filleul namens het departement du Nord: "Dames en heren,
Geachte Gouverneur van de provincie en geachte Gedeputeerde van de provincie
West-Vlaanderen, Beste collega's, dames en heren vertegenwoordigers van West-Vlaanderen
en van het Departement du Nord, Het is voor ons allen de eerste keer dat
we deelnemen aan dit grensoverschrijdende evenement: de Europese dagen van het
erfgoed. Graag wil ik de afgevaardigden van de Provincie, maar ook de dames en
heren afgevaardigden van Heuvelland (in het bijzonder de burgermeester en de schepenen
van Heuvelland) bedanken voor de organisatie van de bijzondere manifestatie van
vandaag. Dit jaar hebben we besloten om in het kader van de Europese dagen
van het erfgoed, de krachten van onze beide gebieden te bundelen. Een door ons
samen gekozen thema vormde de rode draad voor dit evenement. Gezamenlijk hebben
we ervoor gekozen om het einde van de Eerste Wereldoorlog te herdenken, precies
90 jaar geleden. De inwoners en toeristen kunnen in Vlaanderen op 14 september,
en in het Departement du Nord op 20 en 21 september genieten van een groot aantal
bezoeken, films, tentoonstellingen en voorstellingen. Het was voor ons dan
ook vanzelfsprekend om hier naar toe te komen voor de opening van deze dagen.
Een evenement rondom de waardering van ons erfgoed, het erfgoed dat ons onderling
verbindt door onze nauw verwante geschiedenis. Waar kan dat evenement beter plaatsvinden
dan hier, op deze plek, waar zich tussen april en juli van het jaar 1918 de bloedigste
gevechten van de Eerste Wereldoorlog afspeelden. Meer dan 200.000 mensen
vonden hier de dood. De frontlinie van de heuvels van West-Vlaanderen deed niet
onder voor de Chemin des Dames of voor Verdun. De Duitse en geallieerde troepen
hebben hier aan het einde van de oorlog op een gewelddadige en verwoede manier
met elkaar gevochten. Jean GIONO was een van die jonge soldaten die hier
naar het front werd gestuurd. Zijn ogen raakten hier trouwens licht beschadigd
door het gifgas. Toen hij teruggekeerd was naar het burgerleven, werd Jean GIONO
een overtuigd pacifist, en in zijn tweede brief voor de vrede Précisions
schrijft hij dan ook: " niet hij die haastig de dood tegemoet snelt, is een
held, maar hij die iets moois van zijn leven maakt". We zouden kunnen
zeggen dat we dit tot ons adagium hebben gemaakt... Zeker, onze beide gebieden
zijn uitzonderlijk hard en wreed getroffen door het eerste mondiale conflict:
de steden met een architectuur van de wederopbouw, de slagvelden, de herdenkingsmonumenten....overal
in ons stedelijke en landelijke gebied heeft deze oorlog zijn sporen nagelaten.
In het programma dat is opgezet worden vele van deze elementen onder de aandacht
gebracht. Maar om Jean GIONO te parafraseren zonder hem te verloochenen,
betekent in feite dat we nu meer dan ooit moeten steunen op onze gemeenschappelijke
geschiedenis en onze diepe wortels: alleen dan kunnen we in onze gebieden 'iets
moois van het leven maken'. Het is goed om in onze hedendaagse gehaaste en stadse
leven een tegenwicht aan te brengen: een blik op het leven die gevoed is door
het verleden, een blik die weer zin geeft aan ons heden, en die het mogelijk maakt
een heldere toekomst voor ons te zien. Door in 11 West-Vlaamse gemeenten
en in 19 gemeenten van het Departement du Nord verschillende manifestaties aan
te bieden rond het herdenkingsthema '90 jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog',
willen we dit door onze inwoners vaak vergeten en onbekende erfgoed opnieuw onder
de aandacht brengen. Bezichtigingen, voorstellingen, exposities: er wordt een
zo breed mogelijk cultureel aanbod opgezet en gepresenteerd ter gelegenheid van
deze monumentendagen. Hiermee wordt geprobeerd de Eerste Wereldoorlog zo goed
mogelijk uit te leggen, en eventuele bezoekers te laten ervaren wat deze Eerste
Wereldoorlog voor ons regio betekende. Voortaan zal iedereen Diksmuide en
zijn architectuur van de wederopbouw kennen, evenals de gebouwen van de architect
Hoste in Wervik, en het soldatenhuis van aalmoezenier Tubby in Poperinge... Daarnaast
zal het beeld van de Franse beleving van die tijd vervolledigd worden door de
expositie 'Par sacrifice' in het Musée de Flandre te Kassel, de nachtelijke
wandeling en de voorlees-voorstelling 'Allons Enfants' in Le Quesnoy, en de expositie
van het Musée hospitalier régional te Rijsel over de bescherming
van de soldaten tegen de chemische oorlogvoering. Ik ben er zeker van dat
deze eerste grensoverschrijdende editie veel volk op de been zal brengen, en dat
Fransen en Vlamingen, mede door deze bijzondere data, elkaar aan weerszijden van
de grens zullen treffen. Dat is de wens die ik graag wil uitspreken voor alle
activiteiten van onze manifestaties die op 14 september in Vlaanderen en op 20
en 21 september in het Departement du Nord worden gehouden. "
Ook de voorzitter (linksboven)
van Open Monumentendag Vlaanderen was naar Kemmel gekomen. Laatste spreker
was Gunter Pertry, gedeputeerde van de Provincie West-Vlaanderen: "Dames
en heren, Vijf maanden geleden was ik hier op uitnodiging van de gemeente
Heuvelland om de herdenkingsplechtigheid
90 jaar Slag om de Kemmelberg bij te wonen. Negentig jaar geleden was deze
heuvel immers het brandpunt van een cruciale passage uit de Franse oorlogsverrichtingen
tijdens de Eerste Wereldoorlog. In het voorjaar trachtten de Duitse troepen aan
het Westelijke Front, versterkt door hun kameraden van het Oostfront, her en der
door de Geallieerde linies te breken. Op de Kemmelberg waren Franse troepen net
aangekomen ter aflossing van de Britse strijdkrachten. Meter voor meter moesten
de Poilu's de heuvel prijs geven, met grote verliezen aan beide zijden. Uiteindelijk
wisten de Franse eenheden stand te houden op de Scherpenberg en in Loker. Het
Duitse lenteoffensief liep vast en amper 6 maanden later werd de oorlog beslecht
in het voordeel van de Geallieerden. De vaak heldhaftige krijgsverrichtingen vinden
hebben tot op vandaag hun neerslag in de vele monumenten en begraafplaatsen die
deze streek tekenen. De Engel op de top van de Kemmelberg en het Ossuaire hier
op de flank zijn daar ook stille getuigen van. Sites zoals het massagraf
maken deel uit van een netwerk van sites en musea, verspreid over de hele Westhoek.
Met het project Oorlog en Vrede in de Westhoek wil de Provincie West-Vlaanderen
samen met verschillende partners werken aan de bewaring en de beleving van de
herinnering aan de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek. De voorbije jaren werden
heel wat initiatieven genomen en ondersteund op vlak van behoud en beheer van
oorlogserfgoed, cultuurtoeristische valorisatie, vredeseducatie en gemeenschappelijke
promotie. Maar 'Oorlog en Vrede in de Westhoek' wil ook meer betekenen
dan een netwerk van sites alleen. Het wil ook en vooral een netwerk van partners
realiseren; gemeenten, verenigingen en privé-personen die initiatieven
uitbouwen rond de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek. Sinds dit jaar is
het initiatief Oorlog en Vrede in de Westhoek aan een tweede beleidsperiode bezig.
Hiervoor werd in overleg met alle partners een nieuw beleidsplan opgesteld dat
een aantal speerpunten in het beleid prioritair stelt (isoleerde:klinkt negatief).
Een aantal thema's en plaatsen die tot nog toe eerder beperkt of te weinig aan
bod kwamen binnen het beleid krijgen in de komende zes jaar een voorrangsbehandeling.
Eén van deze werkpunten is het aanboren van de niche-elementen uit het
oorlogsverhaal. Het Franse en het Belgische verhaal van de periode '14-'18 zijn
hiervan twee voorbeelden. Het is dan ook een bevestiging van de betrokkenheid
van gemeenten zoals Heuvelland, als er speciale aandacht wordt besteed aan deze
thema's. De gemeente Heuvelland is van bij de start van het project 'Oorlog en
Vrede in de Westhoek', nu ongeveer 6 jaar geleden, een actieve partner geweest.
Voorbeelden van realisaties binnen de gemeente zijn niet ver te zoeken: consolidaties
en evocaties op de sites Bayernwald en Lettenburg bijvoorbeeld. De Provincie apprecieert
en waardeert de dynamiek die uitgaat van een gemeente als Heuvelland om de herinnering
aan de Eerste Wereldoorlog levendig te houden. Maar zoals het krijgsgeweld
in 1914 ook geen landsgrenzen kende, zo kan ook ons streven naar beheer, behoud
en opwaarderen van deze relicten en thematiek niet beperkt worden door de moderne
staatsgrenzen. Getuigen hiervan zijn de vele projecten waarin de Provincie West-Vlaanderen
zich graag aan de zijde van de Département du Nord schaart. Dit voorjaar
nog dienden beide partners twee dossiers in voor het Europese Interreg-programma,
met als doel het uitbouwen van een grensoverschrijdend netwerk van toeristisch
onthaal voor de oorlogssites uit de Eerste Wereldoorlog. Ook de brochure
voor de grensoverschrijdende Open Monumentendag is hiervan een product. Met het
oog op 2014 lijkt het ons belangrijk dat beide partners verder blijven samenwerken
en zich als streek met een gemeenschappelijk oorlogsverleden gaan profileren.
Samen moeten we de gebeurtenissen van een 'bijna-eeuw' geleden herdenken en deze
herinnering levendig houden. Als afsluiter wens ik nog te benadrukken dat
het herdenken van de oorlog pas zinvol wordt als we er een boodschap van vrede
aan vast koppelen. De herinnering aan de slachtoffers van de eerste wereldbrand
wordt pas ten gronde geduid als een boodschap van "Nooit meer oorlog"
hier duidelijk aan gelinkt wordt. Om een dergelijke boodschap uit te spreken is
het Ossuaire waar we vandaag verzameld zijn, zeker een zeer symbolische plaats. Ik
dank u voor uw aandacht."
Bloemenhulde aan het
monument.
Gevolgd door de Last Post.
Daarna ging het te voet
naar de top van de Kemmelberg om de foto's te bekijken. Iedereen mocht nadien
terug naar beneden naar het busje.
Ludo Valcke, dienst cultuur
van de provincie, in gesprek met de gouverneur.
Deze rubriek staat open voor iedereen. Ook jij kunt foto's doorsturen
voor de rubriek "Je was er bij". Ons adres: info@westhoek.be Everyone
can send pictures for the pages "You were there". Our address: info@westhoek.be |