Slagveldonderzoek - Zonnebeke
- 24/08/2009 Please find below some pictures of German remains found
at Zonnebeke. The Memorial Museum Passchendaele organized a guided tour on Monday,
August, 24th, 2009. SLAGVELDONDERZOEK 1914-1918 NIEUWE KLEIWINNINGSZONE
TERCA ZONNEBEKE HANEBEEK-WEST FASE I 2006/2009 In 2006 begon de N.V.
Terca Zonnebeke (groep Wienerberger) langs de Ieperstraat met het aanleggen van
een nieuwe kleiwinningsput. Nadat deze een oppervlakte van meer dan 8.000 m²
had, werden de werken drie jaar lang beperkt tot het aanvoeren van aanvulaarde
voor de gehele ontginningszone van in totaal 16 ha. Vanaf september 2009 wordt
de eigenlijke kleiwinning opnieuw en definitief verder gezet. Bij het begin van
de werken werd zowel in 2006 als in 2009 archeologisch onderzoek uitgevoerd naar
mogelijke resten uit de Eerste Wereldoorlog. Dit gebeurde telkens door een team
van het Memorial Museum Passchendaele 1917 (MMP) en de intergemeentelijke archeologische
dienst ARCHEO7.
De nieuwe kleiwinningszone van de N.V. Terca Zonnebeke situeert zich ten
westen van de Hanebeek en ten zuiden van de samenvloeiing met de Zonnebeek. Even
ten zuiden ervan loopt de Ieperstraat als één van de oudste ontsluitingswegen
van de regio. De drie dichtste gebouwen tussen beek en baan waren hoeves, die
alle voorkomen op de kaart van Ferraris (1775). Vampir (Strogut), Borry Farm(Quergut)
en Beck House lagen op een afnemende hoogte van ca. 22 m met afhelling naar de
Hanebeek, die tussen de Ieperstraat en de samenvloeiing met de Zonnebeek een verval
heeft van bijna 2,5 m. Aan de overkant van de door de Zonnebeek gevormde vallei
liggen de veel hogere aaneengesloten strategische hoogtes 'Hill 35' en 'Hill 37',
die dominant in het landschap aanwezig zijn. De akkers in de omgeving behoren
tot de vruchtbaarste van de gemeente. Vanaf ca. 4 m onder het maaiveld bestaat
de ondergrond uit blauwgrijze Ieperiaanse klei, die zeer geschikt is voor de productie
van rode baksteen.
In mei 2006 werd tijdens de eerste fase van het onderzoek over een deel
van het terrein een 205 m lange oost-west georiënteerde proefsleuf aangelegd
met drie kortere sleuven haaks erop. Daarna is het verloop van een kabelspoor
gevolgd, waarna in oktober 2006 op beperkte diepte ook een eerste schuilplaats
blootgelegd werd. In augustus 2009 zijn daar nog twee proefsleuven aan toegevoegd
en begon ook het doelgericht zoeken naar de zes resterende via historische luchtfoto's
gelokaliseerde constructies op de site, waarvan er uiteindelijk drie gevonden
werden. Na nauwkeurige georeferering bleek immers dat één zich onder
het rond de site aangelegde talud bevond en dat de resten van een tweede al in
de reeds gemaakte kleiput verdwenen waren. Een derde constructie was wellicht
nauwelijks in de bodem ingegraven zodat er niets meer van teruggevonden werd.
Tot begin mei 1915 lag de omgeving van de huidige steenbakkerij ca. 3 km
achter (ten westen van) de voorste Frans-Britse loopgraven bij Broodseinde met
de Ieperstraat als belangrijkste aanvoerroute naar het front. Uit deze eerste
periode werden als losse vondst twee fragmenten van Britse munitiekisten gerecupereerd,
waaronder een uitstekend bewaard deksel voor zeldzame 4.7 inch munitie uit februari
1915.
Wanneer de Duitsers ten gevolgde van de Tweede Slag bij Ieper optrokken
tot voor de lijn Bellewaerde-Wieltje, kwam de onderzochte zone voor meer dan twee
jaar in het Duitse hinterland te liggen. In de loop van 1916 werd ten westen van
de site bij Frezenberg begonnen met de aanleg van een tweede linie of Albrecht-Stellung
en aan de hoger gelegen oostelijke kant van de Hanebeek met een derde linie of
Wilhelm-Stellung. In de lager gelegen delen tussen beide linies kwamen verschillende
artillerieposities, zo ook tussen de Ieperstraat en de naast de opgravingssite
gelegen hoeve Borry Farm (Quergut). De vier teruggevonden constructies gaan eveneens
terug tot deze meer dan twee jaar durende Duitse occupatieperiode. Ze hadden elk
een variërende niet-overdekte toegang met pompputje voor het afvoeren van
overtollig water. Van één bouwwerk was dit zelfs het enige wat bewaard
gebleven was. De overige drie schuilplaatsen hadden een rechthoekige houten basis
met afmetingen 5 x 3m, 6 x 2,5m en 6 x 2,5m. Eén schuilplaats was opgebouwd
met golfplaten, terwijl dat bij de twee andere op verschillende wijze gebeurde
met hout. Het loopvlak bestond twee keer uit een plankenvloer en één
keer uit een toedekking met stro. Historische luchtfoto's tonen hier ook verbindingsloopgraven,
die echter heel beperkt van diepte en uitbouw zullen geweest zijn daar er omzeggens
niets meer van teruggevonden werd. Hoewel de typologische studie van dergelijke
veldversterkingen nog in haar kinderschoenen staat, zouden we deze constructies
onder voorbehoud durven situeren in de eerste helft van 1916 en bij afwijking,
eerder vroeger dan later. De belangrijkste objecten van Duitse oorsprong kwamen
reeds in 2006 aan het licht bij de pompput van de eerste constructie. Onder een
stuk golfplaat staken ondermeer een paar patroontassen, een laars, een zakhorloge
met lederen polshouder en een sigarettendoosje. Een andere in 2009 opgegraven
constructie bevatte de resten van twee ijzeren veldstoofjes.
Van 12 tot 31 juli 1917 woedde over de omgeving een heuse artillerieorkaan
als directe voorbereiding op de grote Britse doorbraakpoging in Vlaanderen, de
zogenaamde Slag van Passendale. In twee weken tijd werden bijna alle bomen, straten,
gebouwen, loopgraven en niet-gebetonneerde schuilplaatsen van de kaart geveegd.
Al van bij de opening van het offensief kwam de Schotse 15e Divisie tot voor Beck
House en Borry Farm. Even werd zelfs over de Hanebeek tot bij Hill 37 gekomen,
wat echter door een tegenaanval teniet gedaan werd. Tussen 2 en 17 augustus poogde
de 16e Ierse divisie hier opnieuw over de Hanebeek te komen, waarna dit tot 31
augustus andermaal tevergeefs door de Schotten geprobeerd werd. Daarna slaagde
ook de 42e Divisie er (tot 17 september) niet in om in de vastgelopen toestand
enige verbetering te brengen. Op 20 september 1917 lukte het uiteindelijk de Zuid-Afrikaanse
brigade (Schotse 9e Divisie) om over de Hanebeek te komen en verder door te stoten
in de richting van Zonnebeke. Door de immense beschietingen was het terrein tussen
de doorschoten Hanebeek enerzijds en de lijn Beck House - Borry Farm - Vampir
anderzijds, herschapen in een haast ontoegankelijke modderzee. Daartussen werden
tot 20 september 1917 herhaaldelijk grote en kleine (tegen)acties opgezet, waarbij
vele honderden doden gevallen zijn. Omdat het aantal Schotse slachtoffers uitzonderlijk
hoog was, werd in augustus 2007 even verder op de Frezenberg een nationaal Schots
gedenkteken opgericht. Van de slag zelf is vooral munitie teruggevonden. Zo werden
in 2006 tijdens het maken van de eerste kleiput op een oppervlakte van 8.000m²
meer dan 200 projectielen van diverse kalibers naar bovengehaald. Op het terrein
tekenen zich ook overal kleine en grote bomtrechters af. De beschietingen zorgden
tevens voor het buiten gebruik stellen van de hierboven beschreven Duitse schuilplaatsen.
Een deel van de bouwmaterialen werd allicht nog tijdens de slag gerecupereerd
voor de uitbouw van nieuwe stellingen.
Ook in de verdere opmars naar Passendale (september-november 1917) bleef
de omgeving een belangrijke rol spelen. Na de slag bouwden de Britten er ondermeer
een smalspoorlijn, nieuwe loopgraven en begin 1918 zelfs enkele ondergrondse constructies
('deep dug-outs'). Net als hun Duitse voorlopers moeten ook de Britse loopgraven
zeer ondiep uitgegraven zijn, want er werd haast niets van teruggevonden. In ieder
geval kwam het hier zeker nooit tot goed gerevetteerde loopgraven met A-frames
zoals we die bijvoorbeeld kennen van Boezinge en Pilkem. De onderbouw van de smalspoorlijn
werd wel teruggevonden. Uit deze periode dateert ook een belangrijk kabelspoor
dat wijst op een intensief communicatienetwerk tussen de veroverde bunkers en
de nieuw uitgegraven ondergrondse gangenstelsels. Meer dan 100 m ten zuiden van
de site werd in het voorjaar van 2008 de zogenaamde 'Vampir dug-out' onderzocht.
Op 27 april 1918 moesten de Britten zich, onder druk van het Duits lenteoffensief,
opnieuw in westelijke richting terugtrekken. Van deze nieuwe Duitse occupatie
zijn echter weinig nieuwe infrastructuurelementen bekend. Meestal maakten zij
gebruik van hun eigen overgebleven bunkers uit 1916-17 en van de recentere Britse
infrastructuur uit 1917-18. Op 28 september 1918 zorgden Belgische eenheden voor
de definitieve ontzetting van de sector. De naoorlogse nivellering van de
velden leverde niet onmiddellijk de beoogde herleving van de landbouw op. Die
kwam er pas nadat de omgeving in de tweede helft van de jaren '20 'gediepgrond'
werd. Dat bleek duidelijk uit de bodemstructuur die tot min. 0,80 m onder het
maaiveld geheel verstoord was. Daarbij waren van verschillende in situ teruggevonden
projectielen ook de koperen ontstekingsbuis en geleidband verwijderd, wat wijst
op naoorlogse manipulatie. Met de Tweede Wereldoorlog verdwenen tevens de laatste
zichtbare betonbunkers. In 1946 werd aan de oostkant van de Hanebeek begonnen
met een steenbakkerij. Daar zijn tot het begin van de jaren '90 bij herhaling
belangrijke vondsten gedaan, waarvan de in 1983 ontdekte dug-out 'Bremen Redoubt'
zeker de bekendste is. In 2006 werd voor het eerst een ontginning gestart aan
de westkant van de Hanebeek, waarbij de eerste fase vanaf september 2009 voortgezet
wordt. In de komende 15 jaar zal hier meer dan 16 ha kleigrond ontgonnen worden.
Dankzij een uitstekende samenwerking met Terca-Zonnebeke en de groep Wienerberger
zal elke nieuwe fase door archeologisch onderzoek voorafgegaan worden. De onderzoekers
van ARCHEO7 en MMP 1917 zijn ook de steun en medewerking van de gemeente Zonnebeke
en de vrijwilligers van de vzw Association for Battlefield Archaeology in Flanders
erkentelijk. Naast de evidente noodzaak van onderzoek op een bedreigde site,
bieden de opgravingen op de Terca-site nog tal van andere mogelijkheden. Vooreerst
kan het in kaart brengen van 16 ha slagveld in Zonnebeke vergeleken worden met
dat andere intensief onderzochte slagveld in de sector Pilkem-Boezinge. Een dynamische
operatiezone uit de slag van 1917 versus statische stellingenoorlog 1915-1917,
de impact op het terrein van uitzonderlijke artilleriebeschietingen versus klassieke
loopgravenoorlog en de archeologische consequenties van het naoorlogs diepgronden
in Zonnebeke tegenover het enkel nivelleren in Pilkem-Boezinge. Gezien het MMP
1917 momenteel in opdracht van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed
(VIOE) ook werkt aan een pilootproject inzake inventarisatie en beheer van Wereldoorlog
I-erfgoed zijn de opgravingen tevens een ideale testcase om de nauwkeurigheid
van de via analyse van luchtfoto's, kaarten en oorlogsdagboeken gelokaliseerde
oorlogsrelicten te verifiëren. Met een vastgestelde afwijking tot max. 5
m opent de uitgewerkte methodologie alvast belangrijke perspectieven voor de toekomst. Belangrijk:
Deze private bedrijfssite was op maandagavond 24 augustus 2009 eenmalig toegankelijk
voor pers en publiek. Daarna is het niet toegelaten deze nog te betreden ! Info: Memorial
Museum Passchendaele 1917 Ieperstraat 7a Zonnebeke 8980 - tel 0032 51 77 04
41 - toerisme@zonnebeke.be Deze
rubriek staat open voor iedereen. Ook jij kunt foto's doorsturen voor
de rubriek "Je was er bij". Ons adres: info@westhoek.be Everyone
can send pictures for the pages "You were there". Our address: info@westhoek.be |